Het Eemlandkampioenschap. Sinds Sytze van der Velde en ik dat in 2003 weer afstoften, nadat het vroeger in Amersfoort en Leusden werd gehouden en daarna een aantal jaren niet meer, heb ik dat al best vaak gewonnen. En ook dit jaar zou dat weer gaan gebeuren want de bezetting was qua elorating wat magertjes. De scorebordjournalisten hebben gelijk gekregen, maar man man, wat ging dat moeizaam. Vooral met zwart was het een drama. Eigen schuld, want ik nam soms onverantwoorde risico’s om ook met zwart voor de winst te gaan. Dus klooide ik wat met drierijensystemen en fianchetto’s om ze niet de kans te geven in mijn favoriete opening regelrecht naar een dooie remise af te wikkelen. Een remise tegen een speler met 1900 kost mij zomaar 6 ratingpuntjes en hoewel mijn spel steeds minder gaat lijken op dat van iemand met dik 2200 hoef ik ze ook niet over de balk te gooien natuurlijk, die puntjes.
In ronde 1 bereikte ik mijn eerste verloren stelling van dit toernooi…
Stelling na 20 zetten in mijn partij tegen William van de Groep. Nogal lichtzinnig bedacht ik me dat die witte aanval wel op te vangen was en dat ik dus lekker een pion op e4 kon snoepen nadat het paard van c3 vertrokken is. Maar het paard vertrok niet, William liet hem staan en ging door met aanvallen. Maar als William hier toch de in het Siciliaans niet geheel vreemde zet 21.Pd5!! had gedaan? Dan had ik een groot probleem gehad. Er zou kunnen volgen 21…exd5 22.f5 gevolgd door f6 en wit heeft een winnende aanval. Achter het bord dacht ik dat Pd5 niet kon omdat ik na 21… exd5 alleen maar rekening hield met 22.Pf5 (heel niet aan f5 gerekend!). Ik zou dan met 22…Dxc2+ 23.Ka1 Dxe4 wel eventjes winnen met mijn lekkere materiaalvoorsprong.
Echter, wit heeft hier nog het fraaie zetje 24.Dh6!! Palingwaardig, ware het niet dat zwart beter had, namelijk niet op c2 slaan, maar 22…d4! Om daarna met de loper op e4 te slaan. Maar goed, ik kwam goed weg met mijn eerste puntje.
De tweede ronde had ik wit en met wit ging het van een leien dakje dit toernooi. De derde ronde echter had ik weer zwart en wel tegen het kleine talentje Wouter Terlouw uit Soest die mij toen hij nog kleiner was al eens op remise had gehouden in het Eemlandtoernooi. Ook hier net na de opening een uiterst dubieuze stelling…
Zie de gaten in de zwarte stelling na 18 zetjes. Een fianchetto zonder loper is een gapend gat. Kort rokeren mag niet en lang is ook niet aantrekkelijk met die open c-lijn. Toch was de lange rokade mijn redding nadat Wouter niet op zijn krachtigst voortzette met 19.Pf4 Lb7 20.Tae1. Ik ging lang, liep met de majesteit door naar a8 en na een avondje zweten bleven er uiteindelijk alleen twee koningen over. Maar als Wouter zich toch de lessen uit stap 6 zou herinneren… Verbeter je slechtste stuk! Na 19.Tac1! heeft zwart een enorm probleem. Ook de lange rokade kan hij vergeten en als die toren straks binnenploft op c7 en die andere gaat naar c1 staat zwart zo goed als verloren. Weer mazzel gehad! Wel zes elopuntjes bij het grofvuil, maar ik telde vooral mijn zegeningen. 2,5 uit 3 waar 1 uit 3 ook had gekund.
De vierde ronde had ik wit en met wit ging het van een leien dakje dit toernooi. De vijfde ronde echter had ik weer zwart en wel tegen het iets grotere talentje Peter Nitrauw. (Groter in de zin van centimeters dan, ik denk dat Wouter Terlouw als ie net zo groot is als Peter Nitrauw nu is het Eemlandtoernooi al wel eens gewonnen heeft.) Die had een ronde eerder met mazzel van Robin Reichardt gewonnen, dus ik dacht dat klusje wel even te kunnen klaren. Ik bereikte echter helemaal niks en om er toch wat van te maken deed ik in het eindspel een palingpoging…
Echt, ik zag heus wel dat hij met Pb5 mijn gepende peerd kan winnen, maar ik wilde een winstpoging doen en met uit de penning stappen schiet ik niks op. Mijn koning moet naar voren en niet naar achteren, vond ik. En dus kwam hier 35…h4!? Stoer, maar het maakt mijn computer de pis niet lauw. (Geinig, terwijl ik dit zit te typen merk ik dat niet lauw lijkt op Nitrauw). De waardering blijft 0.00. Precies gelijk dus. Peter ging uiteraard voor mijn paard met 36.Pb5 en na 36… hxg3 had ik drie lekker gevaarlijk ogende vrijpionnen tegen een paard en een paar randpionnen. Het bleef echter gelijk staan en na wits 48e zet stond het zo…
In mijn vooruitberekeningen een paar zetten geleden had ik hier Ta2 willen doen, gevolgd door Ke3 en dat leek me heel goed voor zwart. Echter drong hier tot me door dat na 48…Ta2?? 49.Txe4! mogelijk is. Shit! Ga ik toch verliezen! En in die zwaarmoedige bui besloot ik het toch maar te doen en a tempo en quasi zelfverzekerd 49…Kg3 te doen om net te doen of ik het allemaal vooruit berekend had. Wat Peter vervolgens bezielde is mij een raadsel. Was hij echt zo onder de indruk van Kg3? Na lang denken koos hij regelrecht voor een remisevariant. 50.Tg4+ Kxh3 51.Tg6 met een totaal gewonnen stelling leek me niet zo moeilijk te vinden.
Overigens, als ik in de diagramstelling niet in gedachten het bijltje erbij neergegooid had, maar gewoon met een objectieve blik had gekeken, had ik wellicht ontdekt dat ook die stelling nog gewoon remise is. 48…Tc2 49.a7 Tc1+ 50.Kf2 Tc2+ 51.Ke1 f2+ 52.Kf1 Kg3! (en vooral niet 52.Kf3?? want na 53.Td3+ exd3 promoveert wit met schaak!) 53.Td1 Ta2 en wit kan geen vorderingen maken met zijn peerd meer.
De zesde ronde had ik wit en met wit ging het van een leien dakje dit toernooi. De zevende ronde echter had ik weer zwart en wel tegen de talentvolle Gerben van Pel uit Hoevelaken. Ik besloot het roer om te gooien. Geen geklooi met al dan niet inferieure systemen maar gewoon 1…e5 of 1…d5 afhankelijk van welke openingszet de tegenstrever kiest. Dat besluit nam ik nadat ik de avond tevoren in de interne tegen Jasper Reichardt wederom na een openingsexperiment een verloren stelling overleefde.
Degelijkheid zou het moeten worden en reeds na 8 zetten maakte een gevoel van euforie zich van mij meester…
Jasper had net in zijn toespraakje vooraf laten weten dat er geen paling kon worden gewonnen deze ronde, want de jury had zijn rapport al klaar. Maar wat zie ik hier…. f2, b2, ongedekte stukken… paling kan me niet bommen want dat vind ik toch niet lekker maar 8…Lxf2+! Boem! Daar zou ik toch met een grote knal mijn zoveelste Eemlandkampioenschap binnen halen. De onthutsende waarheid is dat ik zojuist mijn vierde verloren stelling van het toernooi heb bereikt. De computer is totaal niet onder de indruk en waardeert mijn dreun met +3,5. Dik voordeel voor wit dus! Er volgde 9.Kxf2 Db6+ 10.Le3 Dxb2 11.Ld4 en Gerben bood remise aan…
In die remise had ik niet zoveel zin. Het was nog vroeg, die paar elopuntjes natuurlijk en naast me zat Arie van Diermen niet zo lekker uit de opening te komen tegen Peter Nitrauw. Als Peter dat zou winnen kon die gelijk komen met me als ik remise speelde. Maar op het bord kreeg ik er toch een hard hoofd in. Toren pakken en dan? Als hij dan 12.Pxd5 doet win ik makkelijk met 12…Dxa2 omdat op 13.Pc7 lekker Dxc2+ volgt waarna ik dat peerd van c7 opraap. Heel wat ingewikkelder is de puzzel als Gerben 12.Pb5 doet. Rekenen, rekenen, rekenen. Ik kwam er niet uit. Het wordt een gok. Hout pakken en de stelling keepen. Na een stief kwartiertje sloeg ik de toren eraf. Gerben deed inderdaad 12.Pb5. We miskenden daarbij allebei dat wit niet verplicht is om meteen een aftrekaanval te doen. De computer wijst mij fijntjes op 12.Dh4! Pc6 13.Lb5!! Nóg een torenoffer, maar wit kan dit zonder torens ook wel winnen.
Na 12.Pb5 stond mijn dame in. Een idee is om die op b1 te zetten zodat de loper op f1 gepend is én pion c2 is aangevallen. Ik ging er echter vanuit dat Gerben gewoon 13.Ld3 zou doen, weer dat torenoffer en dat hij in de aanval vast wel zou winnen. Dat had ik mis. De computer ziet voor wit niet beter dan remise door eeuwig schaak na 13…Dxh1 14.Pd6 Pc6 15.Df4 Ke7 16.Dg5+ Kf8 enzovoort.
Ik sloeg dus op a2. De materiële voorsprong wordt uitgebreid, meer wisselgeld om in geval van nood wat terug te offeren. Wel zegt de computer +2 dus het was weer bloedlink. Een paar zetten later ontstond deze stelling…
Pion f7 gaat het zwaar krijgen. Maar hoe die het eerst te benaderen, met Pd6 of Pg5? In de EP-live app ging het er ook over. Zelf had ik daar natuurlijk ook over nagedacht. Ik meende 15.Pg5 wel op te kunnen vangen met 15…Pdxe5 16.Lxe5 Pxe5 17.Dxe5 Db6+ 18.Kg3 f6. Dat klopt ook wel, ik had alleen niet gezien dat wit met 19.Tf1 nog wel een beetje in het voordeel zou blijven. Het is echter niet desastreus. Na 15.Pd6 was ik 15…Ke7 van plan. Dat matnet uitlopen. Ik zag niet beter, de computer ook niet, maar het levert wel een nare, waarschijnlijk verloren stelling op na 16.Dxf7+ Kd8 17.Dxg7. Die rare kluit stukken op de damevleugel krijg ik niet zomaar uit de knoop. Overigens greep Gerben bij de analyse na afloop naar een andere pion: 17.Dxe6. Maar in dat geval kan zwart zich er met 17…Pdxe5 aardig uit rommelen.
Gerben deed echter geen van beide en speelde 15.Lb2. Begrijpelijk, hij wil de loper laten meedoen via a3, maar het is wel het kantelpunt in de partij. Ik vond het ook door de computer bejubelde 15…Kg8, waarmee ik de zet Db4 voorbereidde. Tevens kon ik ongestraft f7-f6 doen en na een paar zetten zag Gerben in dat de materiële achterstand te groot was en de compensatie verschrompeld. Hij gaf op na 20 zetten, maar we hadden allebei zo diep in de denktank gezeten dat de partij veel langer leek.
Zo eindigde ik maar mooi met een vol punt voorsprong op de eerste plaats. Met 6 uit 7 als ik het goed berekend heb 4 elopunten verloren. Daar kom ik er genadig vanaf!
De hele partijen naspelen? Dat kan dankzij onze onvolprezen Jasper Reichardt hier… Volg het Eemlandtoernooi (update 7/9) – Schaakclub En Passant
One Comment
[…] hoe het toernooi voor de winnaar verliep, elders op deze site meer. Onderstaand links naar de uitslagen en gespeelde partijen. Maar wie de krenten uit de pap wil […]