De laatste wedstrijd van het tweede zaterdagteam was op 5 april in en tegen Wageningen 3. Nadat ik de vorige ronde verstek liet gaan, besloot ik dit keer weer van de partij te zijn. Dat bleek nodig, want er waren personele problemen bij ons. Jeroen Makkinje was verhinderd i.v.m. familie-omstandigheden (overigens geen nare), en Mike bleef thuis met een klutsknie. Pas twaalf uur voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd meldde zich een invaller. Het bleef er echter één, zodat we bord 2 open lieten.
Mijn zaterdagochtend was wat sneller voorbij dan ik dacht, en de reistijd Tienhoven – Wageningen viel ietwat tegen. Daardoor begon ik met enige minuten achterstand aan mijn partij. En eenmaal achter het schaakbord had ik last van opstartproblemen. Tijdens het eerste bakkie koffie verloor ik een pion en had op dat moment geen greintje compensatie. Toen besloot ik een tweede bakkie koffie te halen. Die smaakte een stuk beter. Ik kwam beter in de partij en kreeg kansen om mijn achterstand ongedaan te maken. Toen ik inderdaad een pion terugwon, bood mijn tegenstander remise aan. Gezien mijn prestaties tot nu toe dit seizoen dacht ik: “Remise is winst”, en aanvaardde het aanbod.
De wedstrijd was toen ruim twee uur oud. Op dat moment kon het alle kanten op. Alex (bord 7) en Gootmeester Jeroen (bord 5) hadden een potdichte stelling. Gia (bord 8) stond een kwal achter. Arie (bord 1) stond ogenschijnlijk gelijk en invaller-captain Frank (bord 4) en invaller Camieleon (bord 3) stonden lekker.
Frank scoorde even later gelijkmaker op het wedstrijdformulier (1,5 – 1,5). Hij deelde de lakens uit op de damevleugel, en dit leverde hem een stuk op. Zijn tegenstander speelde tegen beter weten in door totdat hij twee zetten verwijderd was van matgezet worden met een pion. Toen pas vond hij het welletjes.
Toen was het de beurt aan Gia. Hij gooide er nog een loper tegenaan. Met een toren minder probeerde hij het nog wel, maar het was tegen beter weten in: 2,5 – 1,5. Daarna werd het opnieuw gelijk door onze superinvaller Camieleon. Hij stond een kwal voor en zijn beide torens stonden op de onderste rij van de tegenstander. Dat kon de Wageninger niet tegenhouden: 2,5 – 2,5. Kort daarna kwamen we opnieuw op achterstand, want Arie had een paar pionnen verloren en gaf op.
Over bleven nog de potdichte stellingen van Jeroen en Alex. Daar moest nog minimaal 1,5 punt uit worden gehaald voor een resultaat. En we kregen hoop omdat Alex een pion wist te winnen. En die pluspion werd even later een dame. Zijn tegenstander had wat eeuwig-schaakdreigingen, maar Alex kon die oplossen door zijn tweede dame te geven voor een toren. Over bleef een eindspel dat gewoon gewonnen was…..
Maar helaas, Jeroen was ondertussen passief komen te staan in een stelling met voor beiden loper, paard en zes pionnen. Jeroen kon niet voorkomen dat hij pionnen ging verliezen, en gaf op. Daardoor werd het toch een 4,5 – 3,5 nederlaag voor de onzen. “Remise is winst”: helaas dachten niet al mijn teamgenoten er zo over.
Volgend jaar weer zesde klasse ….
Na afloop werd er geproost op onze degradatie bij een lokale chinees, waarbij we getuige waren van het zoveelste ongeluk met een fatbike …..
Rick van Beek
Be First to Comment