Na een zomerstop van bijna acht maanden mocht het tweede zaterdagteam het proberen in de vijfde klasse KNSB. Omdat er maar zeven ploegen spelen in onze poule en we de eerste ronde oneven waren, hoefden we pas op 9 november weer aan de bak. Dat gebeurde in een thuiswedstrijd tegen het zesde van ASV uit Arnhem. We hadden twee afmeldingen aan onze zijde. Laurents had die dag zijn zoontje en teamleider Mike zat in Phnom Penh (door een reisgenoot omgedoopt in Pion Pennen). Het teamleiderschap droeg Mike voor één keer over aan mij. Omdat negen man waren ingeschreven voor En Passant 2, hoefde ik maar één invaller te zoeken. Dat ging vlot. Binnen een minuut nadat ik mijn verzoek in de app had gegooid, bood Gijsbert Cor Heuveling zich aan.
Toen brak de 9e november aan. Het bleef rustig op de En Passant 2 app. Niemand ziek, zwak of misselijk (nou ja, een kater misschien). Iedereen was op tijd en we konden beginnen. Na ruim 2 uur spelen was ik (bord 5) als eerste klaar. Dat is normaliter geen goed teken. Maar niets was minder waar; ik scoorde de openingstreffer. Daar ging wel een moeizame opening aan vooraf. Het zag zwart voor mijn ogen. Maar mijn jonge tegenstander kon het werk niet afmaken, en plots kon ik de aanval overnemen. Mijn torens kwamen binnen via de d-lijn en ik won een pion. Ik bleef het betere van het spel houden, en toen door een te vlugge koningszet de laatste torens van het bord verdwenen, speelde ik een gewonnen partij; 1 – 0.
Daarna kwam de klad erin. Gia (bord 7) kwam een pion achter, Arie (bord 1) stond minder, Frank (bord 3) stond eveneens minder. Ik had Frank juist zwart gegeven om te voorkomen dat 1. g4 op het bord zou komen. Frank speelde nu Scandinavisch met een Portugees tintje. Dat is een soort gambiet. Frank zat al tegen het eindspel aan, maar had de gambietpion nog steeds niet terug. Alleen Heuveling (bord 2) stond beter. Zijn tegenstander had een flinke ontwikkelingsachterstand. Jeroen Makkinje (bord 8), Alex (bord 6) en Jeroen Gootjes (bord 4) stonden gelijk. Laatstgenoemde scoorde even later remise en Arie een nul: 1,5 – 1,5.
Op dat moment riep Richard Vedder, die tegelijkertijd voor En Passant 1 speelde, mij naar de gang. Hij wilde iets kwijt over zijn ostrovski-poging. Ondanks dat die poging mislukte wist hij vrij gemakkelijk te winnen. Dat deed ook Kees Nachtegaal, zodat het vlaggenschip 2 – 0 voor stond. Ikzelf had die middag meer dan genoeg ostrovskimateriaal bij me, maar kreeg geen signaal uit Darmstadt.
Toen ik daarna de speelzaal weer betrad, bleek er iets ergs te zijn gebeurd. Heuveling had verloren! Tja, Heuveling en goede stellingen ….. Even later viel ook het doek op de twee staartborden. Gia verloor een tweede pion, en toen de twee witte pluspionnen van de Arnhemmer op a6 en b7 stonden, was het gebeurd. Jeroen Makkinje, die lange tijd gelijk stond, leverde op het laatst eveneens een pion in en verloor dacht ik wegens tijdsoverschrijding; 1,5 – 4,5. De Arnhemmers hadden de wedstrijdpunten in de tas.
Voor de statistieken scoorde Alex even later een halfje (2 – 5). De stelling op zijn bord zat potdicht. Degene die iets zou forceren, zou verliezen … Tenslotte Frank! Hij zat in een wat ongunstig lijkend eindspel, maar offerde toen een stuk op gevoel. Zijn tegenstander wist dit offer niet te weerleggen en moest toezien dat Frank zijn pion promoveerde tot dame. Na nog even tegensputteren van de Arnhemmer stond alles bij hem in; 3 – 5. Als ik teamleider zou blijven, zou ik Frank ook de rest van het seizoen met zwart laten spelen.
Nadat ik de teamleider van ASV 6 had gefeliciteerd, ging ik kijken naar het eerste achttal. Kaaieman (bord 3) had de aansluitingstreffer voor het Puttense PSV-Dodo (wat echter voor het grootste deel uit Barnevelders bestaat) gescoord. Gerben (bord 5) kwam ondertussen met een half ei aandraven; 2,5 – 1,5. De overige stellingen beloofden veel goeds. William (bord 8) stond een pion voor, vader Gert (bord 6) zelfs twee, en zoon Robin (bord 7) had een knoert van een vrijpion op c3. Henk stond eveneens kansrijk met vier pionnen tegen een licht stuk.
Kat in het bakkie, zou je zeggen, maar zo makkelijk ging dat niet. Robin won wel, maar William wist zijn pluspion niet te verzilveren; 4 – 2. De laatste twee partijen van Gert en Henk duurden maar en duurden maar. Henk dacht geen moment op de door hem bedachte, of in ieder geval de naar hem vernoemde regel. Ik ging even een vette hap naar binnen werken aan de bar. Toen ik aan mijn frietje bezig was, kwam Robin de barzaal binnen en vertelde dat zijn vader doodleuk één zet diep een paard had weggegeven; 4 – 3. Toen ik mijn frietje op had, ging ik weer naar boven om naar de partij van Henkie te kijken. Daar bleken hij en zijn tegenstander remise overeen te zijn gekomen. Zo prijkte er een nipte, maar toch verdiende overwinning voor En Passant 1 op het wedstrijdformulier. Het team heeft nu 4 uit 3, en het moet heel raar lopen, wil het eerste opnieuw degraderen.
Na nog een gezellig biertje met de gebroeders Vedder en Jeroen Makkinje, bracht ik laatstgenoemde naar huis en om kwart over acht was ik ook weer thuis. En om halfnegen leeggescheten.
One Comment
De door mij bedachte en naar mij vernoemde regel is geen moment aan de orde geweest. De wedstrijd was immers nog niet beslist!