In de tiende Andere Tijden Schaak gaat het over integratieschaak, de strijd tussen man en vrouw op de 64 velden in december 1993!
Onlangs werd het Nederlands kampioenschap schaken in de Galgenwaard georganiseerd. Er was een aardig prijzengeld, zowel in de open groep als bij de vrouwen. Met open bedoel ik dat daar in beginsel vrouwen en mannen kunnen meedoen, zoals in het verleden Peng en in de toekomst Roebers. Bij de vrouwen geen Roebers, geen Van Foreest, geen Peng, wellicht trekt het wat lagere prijzengeld toch niet, of waren er natuurlijk belangrijker zaken. Het is te hopen dat het vrouwenkampioenschap volgend jaar weer op volle sterkte is, of anders dat die vrouwen zich reeds dan in het ‘open’ hebben gedrongen.
Stevig prijzengeld was er ook bijna 32 jaar geleden. In Spijkenisse was er een Stichting Integratieschaak! Niemand minder dan voormalig sponsor van En Passant, Kees Schrijvers, is daar een tijd voorzitter van geweest. Wie nu zoekt, krijgt de melding: ‘Permanent gesloten’.
Dat hele 1993 was natuurlijk een mooi jaar. Op 17 april had ik na lange zware strijd de bordjes in de partij tegen Harmen Jonkman verhangen en de latere grootmeester bood plots remise aan. Daar zit je dan. Bloed, zweet en tranen gevochten, het was geen lekkere partij voor mij, maar dat aanbod kwam niet voor niets. Opeens stond ik beter! Maar dat aanbod aannemen zou een lekker druk schaakjaar betekenen met deelnames aan EK, WK, Hoogovens en wie weet wat nog meer! Minimaal remise was namelijk vereist voor de ongedeelde titel. Toch maar aangenomen dus.
Dat EK kwam al snel, dat WK kwam maar niet en was er ook niet gekomen als ik er destijds niet even over gebeld had. Te gevaarlijk, was de officiële lezing, kansloos voor een goede klassering leek meer het verhaal. Mede door wat druk vanuit HSG kwam er uiteindelijk toch een oplossing. Ondertussen lag er ook een uitnodiging op de mat van de Stichting Integratieschaak Spijkenisse. Deze stichting, die het schaken voor vrouwen beoogde te bevorderen, had in de vorige jaren al mooie evenementen georganiseerd met ook Jeroen Piket, zo staat mij bij. De opzet van dit toernooi was anders dan de jaren daarvoor. Er deden drie mannen, dan wel jongens, mee en drie vrouwen. De mannen speelden niet tegen elkaar, de vrouwen ook niet. Zes ronden man tegen vrouw, de mens met de meeste punten wint. Het prijzengeld was niet kinderachtig, zeker niet voor die tijd, maar ook gezien het deelnemersveld:
Erika Sziva
Anne-Marie Benschop
Hanneke van Parreren (zij viel in voor een Duitse sterke schaker die had afgezegd)
Johan Quist
Harmen Jonkman
Henk Vedder
De eerste prijs van 2.500 gulden en de tweede prijs van 1.750 gulden logen er al niet om.
Maar opeens kwam ook mijn deelname in gevaar. De terugreis uit India kende namelijk een lange vertraging. Zo lang, dat Richard en ik niet op 5 december, maar pas op 6 december in Nederland zouden landen. Op zaterdagavond 4 december hadden we nog even contact met het thuisfront, dat Sinterklaas ging vieren in een restaurant. Het was zeer onduidelijk of ik de opening van het toernooi in Spijkenisse wel zou halen. De toernooidirecteur gaf aan dat het aan de arbiter was of de ronde met een paar uur kon worden uitgesteld. Ik ben vergeten of dat uiteindelijk ook gebeurd is. Ik vermoed van niet, uiteindelijk kwamen we op maandagochtend aan en bij aanvang van de eerste ronde werd een foto gemaakt, die helaas na afloop in vierkante rol gevouwen in de brievenbus was gefrommeld. Vermoeiende kenmerken van een reis die ruim 50 uur had geduurd, op het gezicht, met misschien drie uurtjes slaap.
Snel onder de douche, moeders de koffer inpakken en op naar Spijkenisse, waar Erika Sziva zich tegenover mij bevond. Het werd een Franse partij waarin ik met zwart gewonnen kwam te staan, een pion en een kwaliteit won, maar het allemaal even makkelijk weer inleverde. Toen maar met een torenoffer eeuwig schaak bewerkstelligd, daarna eten, daarna gebeld worden op de hotelkamer door de Amersfoortse courant i.v.m. het WK en toen eindelijk maffen.
De dames hadden het zwaar. Uiteindelijk bezetten ze de laatste drie plaatsen. Alleen Jonkman bleef met 3,5 uit 6 wat achter, maar Johan Quist en ikzelf stonden een ronde voor het einde met 4,5 uit 5 samen bovenaan. Daar liet ik het helaas lopen. Met wit tegen Hanneke van Parreren moest ik genoegen nemen met remise. De leukste pot had ik in ronde vier gespeeld, tegen de Hongaarse Erika Sziva, die al enige tijd een relatie had met de Nederlandse IM Johan van Mil.
En als extraatje nog een potje van hetzelfde toernooi:
Be First to Comment