Vissenkoppen verslaan visboeren

Op 16 september begon EP1 het KNSB-seizoen met een wedstrijd tegen Fischer Z, uit Amsterdam. Als de gemiddelde niet-schaker online zoekt op ‘Fischer Z Amsterdam’, komt die waarschijnlijk op het volgende filmpje uit:

De schaakclub Fischer Z is namelijk genoemd naar de gelijknamige Britse new wave band. En waarom heet die band dan zo? Laat in uw hoofd Mick Harrington de naam “Fischer-Zed” eens uitspreken… Klinkt als “Fish’s head”, niet dan? Mocht u zich geen voorstelling kunnen maken van de stem van Mick Harrington, probeer dan Harry Kane (die matige Engelse spits). En dat is een bewussie, geen “Mama Appelsap”, getuige onderstaande album-cover.

Nou viel het visboer-gehalte van EP1 nogal tegen, want de sterkst schakende visboer van Nederland was aan het werk. Ook geen Laurents, Bas of heupontvanger Arie. Nieuwbakken teamcaptain Robin zocht en vond de benodigde invaller in eigen huis, zodat dit archiefstuk enige aanvulling behoeft. Vier Reichardts (Gert, Robin, Thomas, Jasper) dus, twee Vedders (Henk, Richard), één Nagtegaal en één Van Pel.

De rol van Kaaieman werd echter met verve gespeeld door Gerben. Hij kampte met treinen die niet reden, wel reden maar niet de goeie waren, wegen die verstopt waren, enzovoorts enzovoorts. Of hij het zou redden was onduidelijk, reden om de opstelling maar wat te verbouwen. Gerben naar het hoogste zwartbord, maar uiteindelijk viel de schade mee;  bij binnenkomst stond zijn klok nog op 54 minuten en op zet 7 (!) was die schade alweer gerepareerd. Naar verluidt hadden de tegenstanders onderling een weddenschap lopen (“op welke zet wordt hij ingehaald”) die wel duidt op een zekere diepzeeduikreputatie bij d’oppo, maar of iemand “7” zou hebben geraden…. ik betwijfel het!

Invaller Gert scoorde een half punt, met een goed getimed remise-aanbod in een wat mindere stelling. D’oppo had zo rond zet 30 al wat weinig tijd, en na het overwegen van dat aanbod nog wat minder, zodat aannemen de enige overgebleven optie was. De eerste paal van het seizoen kwam op naam van Henk, na alle verschuivingen op bord 5 beland.

Kopman Kees had het ondanks wat piongegraai erg moeilijk. Er stond een loper op c4, op zich is dat vrij gebruikelijk als je wit hebt. Echter, het was deze keer een zwarte loper, die wits rokade verhinderde en Th1 buitenspel hield. Je zou in de lagere onderbondsklassen allicht met een stalen gezicht tóch kunnen rokeren, en dan hopen dat je tegenstander tevreden is met een kwaliteit (Lc4xTf1) i.p.v. de wedstrijdleider erbij te halen voor iets met “onreglementaire zet”. Maar op dit niveau gaat dat toch wat ver natuurlijk… Anyway, Kees wist zijn stellingsproblemen niet op te lossen, met een nul tot gevolg.

Ondanks een ruim tijds- en ratingonderwicht had Gerben inmiddels een prachtige stelling bereikt. Toren, paard en loper voor de dame, alsook de contouren van een matnet. Gerben was zo sportief om de bijna-slotstelling te delen – ik zou hem verscheurd hebben – met de lezer. Gerben (zwart) is aan zet, de gespeelde zet mag u zelf raden.

2,5-1,5 achter dus, en op het bord van bovengetekende kwam daar nog een nul bij. Het ging mis met een slecht getimede Reichardt-zet 26…Dc8?  in onderstaande stelling. Ik zat al een tijdje een aanval te keepen, met de ‘dreiging’ van dameruil hoopte ik daar vanaf te geraken. Niets bleek minder waar; na 27.Te7! bleek dat wit ook zonder dames genoeg stukken heeft om spoedig mat te geven. Na 26…b4 was er weinig aan de hand geweest, de comp adviseert wit om dan maar met Lxf7 een stuk te offeren voor eeuwig schaak. Enfin, niet gezien, niet gespeeld, geen punten dus.

Richard had de hele middag een stelling die oogde als zijnde op weg naar winst, maar uiteindelijk bleek de oogst heel matig. Een loperpaar en een gedekte vrijpion, klinkt leuk, maar wat heb je daar eigenlijk aan als het bord potdicht zit? En als zwart op de laatste zet (voor de viewer begint) niet Tg7-h7 maar g5-g4 had gespeeld, wie staat er dan eigenlijk beter? “Tod oder Gladiolen” dus, hieronder kunt u controleren of er inderdaad gewonnen werd:

De neven T en R dus als laatsten nog bezig. T stond ogenschijnlijk best goed, had zelfs kortstondig een dame meer, maar in de complicaties ging het vervolgens helemaal mis. Bleef over een eindspel met twee torens en drie pionnen voor Thomas, versus één toren, loperpaar en twee pionnen. Op papier al vrij lastig, en in de praktijk nog lastiger; al Thomas’ pionnen gingen eraf terwijl zwart de zijne nog had, met een nul als logische afloop.

Robin tot slot had een pionnetje meer, maar zijn tegenstander stond ook actief. Er waren ogenschijnlijk wel wat mogelijkheden om de vlam in de pan te laten slaan, bijvoorbeeld door met Dxh3 op pionnen-graaitoer te gaan in de buurt van de witte koning. Zo’n dame-expeditie laat natuurlijk ook allerlei gaten vallen, dus op zich was enige voorzichtigheid wel te begrijpen. Uiteindelijk werd het remise, een remise die “wat als”-vragen overlaat die zonder partij niet te beantwoorden zijn. Voor de matchpunten maakte het allemaal helaas niet meer uit, wie heeft meegeteld weet dat we uiteindelijk op 5-3 uitkwamen.

We moesten ons troosten met cena y cerveza bij de Argentijn. Met de bediening helemaal uit het hoofd, kom daar nu nog eens om! De eerstvolgende kans op revanche is pas op 4 november, thuis tegen Kennemer Combinatie 2. Tussendoor mag eerst EP2 aan de bak, op 7 oktober thuis tegen Woerden 3, EP1 is die ronde vrij.

Fischer Z 1	Rating		En Passant 1	Rating	Ronde 1
Verdonk, R. (Roland)	2229		Nagtegaal, C. (Kees)	2237	1 – 0
Neufeglise, H.J. (Herman)	2071		Pel van, G. (Gerben)	1846	1 – 0
Dijk van, A.G. (Bram)	1890		Vedder, H.L. (Richard)	2259	0 – 1
Teeuwen, J.H.M. (Jos)	2023		Reichardt, J.M. (Jasper)	1969	1 – 0
Wessels, M.A.G.M. (Martijn)	2000		Vedder, H.R. (Henk)	2326	0 – 1
Kaar van ’t, R.H. (Robbert)	2017		Reichardt, R.C.R. (Robin)	1966	½ – ½
Bouton, N. (Niels)	1949		Reichardt, T. (Thomas)	1917	1 – 0
Smit, F.P. (Frans)	1918		Reichardt, G.J. (Gert)	1921	½ – ½
Gemiddelde Rating:	2012		Gemiddelde Rating:	2055	5-3