Press "Enter" to skip to content

Bouw

Dit is een ingekorte versie van het eerste hoofdstuk uit het jubileumboek “Een mooie combinatie”

Een mooie combinatie

Huisvesting

Hoe kwamen de schakers op het idee om een eigen schaakpaleis te bouwen? Daarvoor moeten we terug naar de tweede helft van de jaren negentig. De schaakvereniging huurde enkele lokalen van de oude MAVO, toen nog ‘Sytwende’ geheten. Een gezellige sfeer, met kleine tafeltjes tegen elkaar aangeschoven. De conciërge van de MAVO, Paul van Schie, runde de bar. Als de denkers wat te drinken haalden moesten ze de centjes op een schaaltje leggen. Er waren toen twee ontwikkelingen die de schaakclub voor belangrijke beslissingen stelden. Paul van Schie moest vanwege hartproblemen zijn werk als conciërge neerleggen. Hierdoor moest de schaakclub zelf gaan zorgdragen voor de barvoorziening. Ernst de Reus ging iedere week bier en frisdrank halen, zoveel als er in de aanbieding was en er in zijn auto paste. Het Spakenburgse consumptiegebruik lag hoog en op dat moment maakte de schaakclub voor het eerst een bescheiden winst! De tweede ontwikkeling was dat de MAVO zou gaan verhuizen naar een nieuw onderkomen aan de Plecht. Als En Passant wilde meeverhuizen, zou dat enkele beperkingen met zich meebrengen. Met name de huurprijs zou omhoog gaan en er werden meer schoonmaakeisen gesteld. Maar wat waren de alternatieven?  Om die te onderzoeken werd een ‘huisvestingcommissie’ opgericht. Het noodgebouw van de MAVO zou tegen de vlakte gaan, en andere locaties zoals De Brandaris bleken ongeschikt. In de zoektocht keek de commissie jaloers naar het gebouwtje van Trimvereniging Quo Vadis, die hadden daar mooi een eigen onderkomen gerealiseerd. Zou dat ook iets voor En Passant zijn?

Het idee was geboren om eens uit te zoeken wat de mogelijkheden waren voor een eigen onderkomen. Hoe realistisch was dat plan? Onder aanvoering van Ernst de Reus, Dick Bos en Rut Koelewijn werd er eerst begonnen met gesprekken met de gemeente. Als de huisvesting ook onderdak aan andere verenigingen in de gemeente kon bieden, dan kon En Passant op dikke steun rekenen! Er werden wat voorzichtige getallen genoemd, maar het plan was nog verre van concreet. De huisvestingcommissie sprak vervolgens met Jan de Graaf en Jan Hopman van Bouwbedrijf Visser en Hopman, tevens de hoofdsponsor van En Passant. Die moesten nog warm gemaakt worden voor zulke ambitieuze plannen. Eerst werd gesproken over een eenvoudig gebouw met een waarde van 300.000 gulden. Weliswaar iets groter, maar vergelijkbaar met het idee van Quo Vadis. De pioniersplannen kregen ondertussen steeds meer vorm. De gemeente liet de locatie kiezen; een plaats op Sportpark De Vinken of Sportpark De Vaart. De gewenste locatie naast de bibliotheek bleek te duur. De keuze voor De Vaart was toen snel gemaakt, want De Vinken ligt bijna buuten nolletje. Rut Koelewijn had met veel ijver een bouwtekening gemaakt, maar toen Jan Hopman dat zag schakelde hij architect Albert Jan Braakman uit Amersfoort in. Deze vroeg hoeveel meter grond er beschikbaar was, en voor welke activiteiten het gebouw moest dienen (“om te schaken”), waarop Braakman vroeg of hij er creatief mee om mocht gaan. De schakers hadden op dat moment niet meer dan een eenvoudig lokaal in gedachten, met een dak erboven en wat ramen erin. Wie schetst de verbazing toen Braakman met de volgende tekening kwam:

Denksportcentrum beeld door Braakman

Een dergelijke beeldvorming hadden ze nog niet gehad! Een heuse schaaktoren, en een zwart-witte decoratie aan de buitenkant. En het gebouw had een verdieping! Natuurlijk zou de ruimte anders veel te klein zijn geweest, maar eerlijk gezegd hadden ze zich nog niet zoveel bezig gehouden met het concrete uiterlijk… Bouwbedrijf Visser en Hopman sprak niet meer over een lokaal van een paar ton, maar over een kasteel van een miljoen!

Het bleek een belangrijk moment. De bouwtekening gaf een enorme boost aan de ambitieuze plannen. Het bestuur had haar ideeën al een aantal keren voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering, met meestal veel discussie en leden die er niet in geloofden. De sceptici onder de schaakleden waren bij het zien van het bouwplaatje echter razend enthousiast geworden! Er was door de gegroeide bouwsom nieuwe toestemming nodig van de leden, maar alle schroom bleek verdwenen: “het kan ons niet meer schelen wat het kost, doen!”.

Financiering

Na veel onderhandelen met de gemeente werd er een renteloze en aflossingsvrije lening beschikbaar gesteld van 30% van de bouwkosten. Aanvankelijk was dit 25%, maar wanneer En Passant door het later binnenhalen van sponsoren de bouwkosten kon drukken, zou de sponsoring juist negatief werken voor de subsidie! Bij het akkoord werd de intentie uitgesproken om andere verenigingen in Bunschoten te helpen met het bieden van huisvesting. Mede hierdoor werd er tijdens de laatste ledenvergadering in de Mavo besloten om het gebouw de naam Denksportcentrum En Passant te noemen. Behalve de naam van de eigenaar wordt duidelijk dat het een openbaar trefpunt zou worden voor meerdere verenigingen, met denksport als doelgroep.

Na het groene licht van de leden werden er allerlei acties op touw gezet om geld in te zamelen. Er was immers nog 70% van de bouwsom op te hoesten! Een greep uit de creatieve acties: penningmeester Hille van de Groep en Rut Koelewijn bedachten een plan met certificaten voor de wisseling van de gulden naar de euro in 2002. Mensen konden 1000 gulden uitlenen en op een later tijdstip 500 euro ervoor terugkrijgen. Het tijdstip werd bepaald door loting in de volgende jaren. En wat te denken van de bloembollenactie. De club kon 1300 bloembollen opkopen om deze met winst proberen te verkopen. Niemand wist eigenlijk wat daar de omvang van was, en toen er een enorme vrachtwagen bij Bertus de Harder arriveerde brak het zweet hem uit. Toen hij voorzichtig de vrachtwagen inkeek bleek er helemaal achterin slechts één pallet te staan, wat toch genoeg was om zijn hele huiskamer te vullen met bloembollen. Verdeeld in zakjes werden ze allemaal verkocht, de winst was een bescheiden 350 euro verdeeld tussen schaak- en damclub. Daar konden de denksporters weer een paar stenen van kopen en de saamhorigheid was flink toegenomen. Dan was er de jaarlijkse bazaar van Merison in sporthal De Toekomst, waar huishoudelijke artikelen werden verkocht. En Passant kocht de overgebleven artikelen op (heel veel barbequetangen) om deze zelf proberen te verkopen. Door wijlen Willem Meester werd ’t Haantje gratis aangeboden om daarin een eigen bazaar te houden. Op hun beurt verkochten de schakers ook niet alles, en bleven ze met de troep zitten. Uiteindelijk heeft Ernst met tranen in zijn ogen de hele mikmak voor 5 euro verkocht aan een krent die niet meer wilde sponsoren. Maar alle kleine beetjes hielpen! Er werden tientjesleden geworven. Ernst haalde een marmottenbak, en ergens anders ook nog marmotten. Er werd gesponsorde vis verkocht en wekelijks dronken ze een biertje extra voor de omzet. Er werden loterijen georganiseerd, met als hoofdprijs een mooie fiets, ter beschikking gesteld door Steven ‘Prop’ Koelewijn. Tweemaal werd er ook een vleesbrancard verloot, gewonnen door Wim Lamme en nota bene door de voorzitter zelf bij wie het niet eens in de vriezer paste. Bij iedere nieuwe loterij liep het moeizamer, en werden ze tegen heug en meug verkocht. Tragisch was het antwoord van de beklagenswaardige man die in 2000 de prachtige fiets had gewonnen, en een jaar later geen loten meer wilde kopen om de club te steunen, met de reden: “ik heb al een fiets”.

De meeste winst werd echter gehaald door het zoeken naar leveranciers van bouwmaterialen die met korting wilden steunen. Bedrijven werden opgebeld en er werden brieven verstuurd. Er werden afspraken gemaakt om langs te komen, en heel vaak kwamen de helden met toezeggingen weer naar buiten. Een prestatie die waarschijnlijk alleen in Bunschoten-Spakenburg kon plaatsvinden. Op 1 november 2001 werden de financiële plannen goedgekeurd door de gemeente en de Rabobank, dat zelf ook een flink aandeel in de sponsoring nam.

De bouw van het schaakkasteel

Op 23 november 2001 startten de eerste bouwwerkzaamheden, en op 28 november werd onder veel belangstelling de eerste paal geslagen door wethouder Albert van de Mheen. Daarbij werden enkele toespraken gehouden. Voorzitter Ernst de Reus sprak aan de hand van de bouwtekening dat het luchtkasteel werkelijkheid ging worden. Wethouder Van de Mheen sprak zijn waardering uit voor de indrukwekkende prestatie om binnen amper twee jaar een dergelijk plan uit te werken tot realiteit. Hoofdsponsor Jan Hopman vond dat En Passant nu een hoogtepunt had bereikt, maar dat de vereniging nu de plicht had om zich op dit hoogtepunt te handhaven. Rut Koelewijn had het bij Polynorm voor elkaar gekregen om een fraaie decoratie te laten maken in de vorm van een paard en een toren, met daarin de inscriptie van het slaan van de eerste paal. De decoratie hangt tegenwoordig bij de ingang van het Denksportcentrum.

Op 2 maart 2002 was de fundering gereed. Huygen Zand en Grind had geholpen met het slaan van de palen. Vebo stelde veel bouwmaterialen tegen kostprijs beschikbaar. Vele leden van de schaak- en damvereniging verrichtten met eigen meegebrachte Black & Deckers hand en spandiensten, en hebben vele stenen versjouwd. Na het metselwerk van de muren leverde de Steencentrale de vloertegels, die later door de vader van William van de Groep werden gelegd. Kokall leverde de kozijnen, Polynorm de deuren en Systeemplafonds van Jan de Graaf de plafondplaten. Bij Danscentrum Van Mourik in Baarn kon een tweedehands bar overgenomen worden, inclusief barkrukken en koffiezetapparaat. Bij aankomst kreeg men ook nog wat kerstversiering, glazen en een paar flessen sterke drank mee. Het was een heel gesjouw, maar de bar paste perfect! Er moest ook een lift komen, want niet iedereen kon traplopen. Destijds gold dat eigenlijk alleen voor Dick van Barneveld, een markant figuur en jeugdleider die echter niet veel later vertrok naar Texel, het kasteel met de lift en een gouden souvenir achterlatend in het toilet: “Barney’s place, hier pist u met plezier”.

Er kwamen tafels en stoelen dankzij financiële steun van Van Halteren Metaal, BekaServ en de Gamma, eerst maandenlang opgeslagen op de boerderij van Tijmen en Eef Vedder. Bij Nauta Advocaten kon het meubilair opgehaald worden wat tegenwoordig in de bestuurskamer staat. Heineken sponsorde een tap met koelsysteem, wat behalve bier ook veel gezelligheid gaf. En De Graaf Keukens leverde… de keuken.

Opening

Nadat in juli 2002 het Denksportcentrum officieel was opgeleverd, werd op 21 september de officiële opening verricht. Voorafgaand werd een triomfantelijke tocht gemaakt door het dorp, waarbij Tijmen Vedder en Laura Huijgen, dochter van Arie Huijgen en de secretaresse van Jan Hopman, als koning en koningin waren getooid. Beiden werden in een rijtuig met 2 paarden naar het Denksportcentrum gereden, met Jan Hopman op de bok en een dweilorkest ervoor. Bij het Denksportcentrum aangekomen, verzorgde Muziekvereniging Excelsior een vrolijk openluchtconcert, inclusief trompettisten achter de kantelen bovenop de schaaktoren. Tijmen Vedder mocht aan een touwtje trekken waarmee een reusachtige champagnefles een paar honderd ballonnen uitspuugde. Wethouder Melis van de Groep opende symbolisch de deur van het Denksportcentrum, en daarmee had En Passant bereikt wat het wilde: een eigen schaakpaleis!

Alice
Tijdens de bouw van het Denksportcentrum werd Dick Bos een paar keer gebeld door Peter de Leeuwe, een kunstenaar uit Den Haag. De man wilde een prachtig kunstwerk voor ons maken voor het bedrag van 30.000 euro. Of hij soms enkele van onze sponsoren mocht benaderen aan wie hij zijn beeldwerk kon slijten. Op zich zou het kunstwerk een prachtig extraatje geven, maar de slimme schakers waren niet enthousiast van het idee dat hij daarmee nog beoogde sponsorkansen zou opsnoepen. Het was Jan Hopman die het beeldwerk uiteindelijk zou kopen. Op 17 mei 2003 werd het kunstwerk ‘Alice in Wonderland verslaat de koning’ onthuld. Het beeld staat bij de toegang tot Sportpark De Vaart en vormt een schitterende richtingaanwijzer naar het schaakkasteel!

De onthulling van het schaakkunstwerk werd verricht door de jeugdleden Jasmijn Koelewijn en Noortje Hopman, getooid in  Spakenburgse klederdracht.